Kanovaarster Eef Haaze traint maar liefst twee keer per dag, zes dagen per week. Een meer dan fanatieke topsportster met maar een doel voor ogen: in haar kano deelnemen aan de Olympisch Spelen in Rio de Janeiro. Helaas kwam zij tijdens het kwalificatietoernooi tekort en ging deze droom aan haar voorbij. Maar ook al was ze er zelf niet bij, blikken we met Eef terug op die fantastische spelen in Rio!
“Rio. Wat was het mooi en wat hebben ‘we’, Team NL, veel medailles gewonnen. Ik heb er super veel van genoten. Prachtig vond ik het dat Sanne Wevers, Elis Ligtlee en al die andere Nederlandse toppers op het hoogste treetje van het podium stonden. Maar wat vind ik het nog steeds ontzettend jammer dat ik er thuis vanaf de bank van heb kunnen genieten en het spektakel niet live heb kunnen aanschouwen.
In mei tijdens het Europees Kwalificatie Toernooi in Duisburg kwam ik helaas tekort voor een olympisch ticket bij het kanovaren. Het ticket waar ik al meer dan tien jaar voor aan het trainen ben. Zes dagen per week, twee of drie keer per dag. s’ Ochtends in het donker, in de winter in de kou als zelfs de waterdruppels op je boot bevriezen, maar ook op heerlijke zomerse dagen en in prachtige oorden, van Zuid-Afrika tot Canada en van Nieuw-Zeeland tot Florida. Ik heb heel veel hele mooie momenten meegemaakt en als ik de keuze opnieuw zou moeten maken, zou ik alles over doen. Toch gaat bij het zien van de openingsceremonie en ook bij het zien van de kanowedstrijden een dubbel gevoel door me heen. “Wat was het toch mooi geweest als…..” en “waarom zij wel en ik niet…..”. Op andere momenten ben ik weer alleen maar trots. Twee Duitse trainingsmaatjes hebben goud gewonnen en ik ben echt super blij voor ze. Hun harde werken wordt op een geweldige manier beloond. En natuurlijk ben ik ook trots op alle Nederlandse sporters die tot het uiterste zijn gegaan om hier hun droom te vervullen, met 19 prachtige medailles tot gevolg.
Zelf richt ik me dit jaar nog op de kanomarathon. Een onderdeel waarin je ongeveer 26 kilometer aflegt en waarbij je naast deze vaarkilometers ook nog zes keer uit je boot moet om zo’n 200 meter te rennen met de boot om vervolgens weer in te stappen. Een heel mooi en spectaculair kano onderdeel, waaraan ik in september zal deelnemen aan het WK.
En dan…. Wat na dat WK? Daarna komt er sowieso een nieuwe periode aan. De Olympische droom bestaat natuurlijk nog wel, maar ik weet dat deze voor mij niet meer in vervulling zal gaan. Wat dan wel? Dat weet ik nog niet helemaal. Ik blijf natuurlijk altijd veel van die mooie kanosport genieten en deze met veel passie beoefenen. Ik weet echter nog niet op wat voor een manier dit zal zijn. Op het hoogste niveau, of op een stapje minder, in de sprint of in de marathon. Of misschien zelfs op wild water of op zee.”